![]() |
![]() |
---|
De Schotse terriër is een van de oudste terriërrassen.
De Schot werd gebruikt in de Hooglanden van Schotland voor de jacht op dassen, vossen en ander klein ongedierte.
De oorspronkelijke zand- en gestroomde kleur werd verdrongen door zwart en langzaam aan werd zwart de meest bekende
verschijning van de Schot, zeker geholpen door de reclame voor Black & White whisky!
Een Schot is een stoere hond, onverschrokken en toch gereserveerd, maar geen allemansvriend
en onvoorwaardelijk trouw aan zijn baas. Een Schot zal vaak je blik vermijden, vindt het zelfs niet leuk als je hem recht aankijkt.
Zijn ze kinderen gewend, dan zijn het uitstekende speelkameraden, vaak hollen ze achter een stok of bal aan.
Maar ze zijn gevoelig voor een vermanend woord en weten zeer goed wanneer ze iets fout hebben gedaan.
Veel wandelen of de hele dag liggen slapen; een Schot past zichzelf aan en zal niet klagen.
De Schot moet juist alertheid uitstralen, bang hoort een Schot nooit te zijn.
Het uiterlijk van de Schot is zeer opvallend door zijn karakteristieke bouw, dat nog eens door het trimwerk wordt benadrukt.
Er wordt gestreefd naar een lang hoofd en korte benen.
Een klein type die klein genoeg is om in een hol achter zijn prooi aan te gaan,
maar groot genoeg om zijn mannetje te staan tegenover das en vos.
De staart wordt rechtop of licht gebogen over de rug gedragen.
Een lange, harde bovenbeharing met ondervacht geeft een Schot een waterdichte jas.
Een Schot mag alle kleuren hebben behalve puur wit.
Vaak geziene kleuren zijn uiteraard zwart, grijs gestroomd, bruin gestroomd en soms tarwekleurig.